CTL-regeling

De CTL-subsidieregeling van Npuls is erop gericht dat alle publieke mbo-scholen, hogescholen en universiteiten aan het eind van het programma een Center for Teaching & Learning (CTL) hebben opgezet of doorontwikkeld. Daarnaast moet het voortbestaan en de benutting hiervan voor de langere termijn geborgd worden.

“IN 2028 HEEFT ELKE MBO, HBO EN WO-INSTELLING EEN CENTER FOR TEACHING & LEARNING”

 

Vanuit Npuls is er een financiële bijdrage beschikbaar voor alle instellingen voor de (door)ontwikkeling van een Center for Teaching & Learning binnen hun eigen instelling of samen met andere instellingen. Middels deze CTL-subsidieregeling kunnen instellingen een aanvraag doen voor deze financiële bijdrage. Op deze pagina vind je alle informatie over de regeling vanuit het programma Npuls. Alle informatie over de aanvraag van de subsidie kan je vinden op de website van DUS-I.

 

Uitgangspunten van de regeling

CTL’s zijn onderdeel van een integrale verandering

De inrichting van een CTL is één van de instrumenten die door de sectoren worden ingezet om de gewenste digitaliseringsimpuls te realiseren. Deze impuls vraagt een integrale aanpak waarin de CTL een onderdeel is. De regeling geeft instellingen toegang tot een subsidie van maximal €500.000,- per instelling, maar is onderdeel van een financiele impuls voor de hele sector van ca. €600.000.000,-.

Alleen ga je sneller, samen kom je verder

Deelnemers aan deze regeling worden onderdeel van een community waarin wordt samengewerkt (tussen instellingen, tussen onderwijssectoren, met verschillende onderdelen van Npuls), kennis wordt gedeeld en begeleiding wordt aangeboden. Meedoen aan deze regeling betekent meedoen aan een begeleidingstraject en actief participeren in een landelijke community. Instellingen worden aangemoedigd om samen te werken in het opzetten van een CTL, maar dienen ieder een apart aanvraag in te dienen.

CTL’s gaan over meer dan digitalisering, maar digitalisering is wel een belangrijk onderwerp

Een CTL houdt zich bezig met onderwijs en onderwijsinnovatie. Digitalisering kan op drie niveau’s impact hebben binnen een onderwijsinstelling;
1. digitalisering in het onderwijs (curriculum, inhoud)
2. digitalisering van het onderwijs (blended lesgeven, digitale leermiddelen)
3. digitalisering van de organisatie van het onderwijs (flexibilisering, wendbaarheid).

Financiering

Voor iedere onderwijsinstelling is een subsidie (minimaal €250.000 en maximaal €500.000 per instelling) beschikbaar om een CTL in te richten, of een bestaande door te ontwikkelen. Instellingen kunnen een aanvraag doen bij het subsidieloket DUS-I, dat ook de toekenningen verzorgt. Per ronde wordt steeds een aantal aanvragen toegekend; zo krijgt iedere onderwijsinstelling in de loop van Npuls de gelegenheid om aan de slag te gaan.

Planning

Op 28 augustus 2023 wordt het eerste deel van de regeling gepubliceerd in de Staatscourant, waarin in twee rondes maximaal 44 aanvragen worden toegekend. Instellingen kunnen zich vanaf 2 oktober 2023 inschrijven voor deelname aan de eerste ronde (inschrijving kan tot en met 31 oktober 2023). De tweede ronde volgt in 2024. Na de start van de tweede fase van Npuls beogen we de regeling te verlengen voor ronde 3 (met maximaal 40 toekenningen) en ronde 4 (met toekenning voor de overige instellingen).

Meer informatie over de planning, de beoordelingscriteria en over aanvragen vind je op de website van DUS-I.

Begeleiding

Een Center for Teaching & Learning creëren in een onderwijsinstelling is een veranderproces en vraagt om inhoudelijke kennis. Het delen van geleerde lessen en onderzoek vanuit andere instellingen kan instellingen helpen tijdens het proces. Daarom starten we een begeleidingstraject voor de instellingen wiens aanvraag toegekend is.

De begeleiding bestaat onder andere uit:

  • Lessons learned uit het veld
  • Voorschouw door DUS-I
  • Veranderkundige inzichten
  • Feedback op voorlopige aanvragen (geanonimiseerd)
  • Online bijeenkomsten van het Landelijk Kennisnetwerk CTL’s (kijk in onze agenda)

Samenwerken

Samenwerken tussen instellingen, eventueel sector overstijgend, kan plaatsvinden op verschillende niveaus.

Niveau 1 – Kennisdeling en – uitwisseling Niveau 2 – Collegiale visitatie en intervisie Niveau 3 – Samen projecten uitvoeren
  • Good practices & bad practices met elkaar delen
  • Materialen met elkaar delen
  • Elkaar op de hoogte houden van onderwijsinnovaties
  • Internationale perspectieven opdoen
  • Een kijkje bij elkaar in de keuken en daar ook je mening over geven
  • Met elkaar meedenken over hoe het (nog) beter kan worden ingericht
  • Elkaar tips & trucs geven over het veranderkundige proces
  • Samen training geven aan docenten
  • Samen materialen ontwikkelen
  • Samen innovatieprojecten van docenten ondersteunen
  • Samen onderzoek doen
  • Samen lobbyen
  • Samen kennis en informatie vindbaar maken

Terugblik kick-off CTL-subsidieregeling 27 juni

Dinsdag 27 juni vond de kick-off van de CTL- subsidieregeling plaats in Utrecht. De uitgebreide terugblik lees je hier. De presentatie die werd gegeven tijdens de kick-off vind je hier. De meest gestelde vragen tijdens de bijeenkomst worden binnenkort hier toegevoegd. Bekijk hieronder de kick-off terug of klik hier voor meer opnames van de webinars over de CTL regeling.

Meer informatie over Centers for Teaching & Learning

Kijk hier voor meer informatie over Centers for Teaching & Learning.
Lees het interview met Andrea Kottman, CTL-expert, over verschillende CTL-structuren in het buitenland.

Veelgestelde vragen

Waarom hebben we een Center for Teaching & Learning nodig?

Om onderwijs van wereldklasse te kunnen verzorgen, is het van belang om als docent steeds de mogelijkheid te hebben je te professionaliseren met de nieuwste inzichten en kennis, om evidence-informed te werken, en om onderwijsvernieuwing op een goede manier aan te jagen. Daarbij ondersteunen CTL’s. Ook voor Npuls zijn CTL’s belangrijk. Npuls heeft echt impact als de resultaten aansluiten bij wat lerenden en docenten nodig hebben, en als zij daar direct toegang toe hebben. In een Center for Teaching & Learning pas je algemene, met en voor docenten, opgedane inzichten toe in de eigen praktijk. Zo kunnen docenten en lerenden ook daadwerkelijk iets met de kennis en voorzieningen die instellingen binnen het programma ontwikkelen. Daarom richt iedere onderwijsinstelling (mbo, hbo en wo), samen met andere instellingen, een Center for Teaching & Learning in.

Zijn we, als instelling, verplicht een CTL in te richten?

Npuls heeft een aantal ambities onder meer dat in 2030 alle deelnemende instellingen een Center for Teaching & Learning hebben. Als instelling bepaal je dus niet of, maar wel wanneer, waar en hoe je een dergelijk center inricht.

Zijn er regels waar we, als instelling, ons aan moeten houden?

Er zijn ontvankelijkheidscriteria voor de subsidieaanvraag. Dus: ja voor de subsidieaanvraag gelden uiteraard regels, deze worden in de komende maanden verder bekend gemaakt. Mee doen aan de regeling betekent ook meedoen in het kennisdelen in het netwerk van jouw cohort en het landelijk netwerk rondom CTL’s. Maar bij het inrichten van een CTL is er veel vrijheid om dit te doen op een manier die het best past bij de instelling(en). Voorwaarde is wel dat het center zich richt op faciliteren en professionaliseren van docenten. Het center sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande initiatieven en versterkt die initiatieven. Als je bijvoorbeeld al een innovatielab of i-coaches-aanpak hebt, kun je dit versterken met (of doorontwikkelen naar) een CTL.

Is er budget beschikbaar voor het opzetten van een CTL?

Voor iedere onderwijsinstelling is een subsidie (maximaal €500.000 per instelling) beschikbaar om een CTL in te richten, of een bestaande door te ontwikkelen. Instellingen kunnen vanaf september in vier rondes een aanvraag doen bij het subsidieloket DUS-I. Per ronde wordt steeds een aantal aanvragen toegekend; zo krijgt iedere onderwijsinstelling in de loop van Npuls de gelegenheid om aan de slag te gaan. Goed om te weten is dat de subsidies echt bedoeld zijn als eenmalige bijdrage. Elke instelling is zelf verantwoordelijk voor het verder uitbouwen en blijven financieren van de CTL.

Is samenwerken met een andere instellingen(en) verplicht bij de subsidieaanvraag?

Samenwerking over de sectoren heen mag, maar is geen vereiste. De beoordelingscommissie toetst op de toegevoegde waarde van de samenwerking voor het onderwijs aan de instelling.

Een instelling moet de wijze waarop ze in haar CTL samenwerkt met andere instellingen beschrijven, dit hoeft echter niet (per definitie) gepaard te gaan met een handtekening van het college van bestuur van de andere instelling(en). Een instelling kan er voor kiezen om zelfstandig de aanvraag in te dienen. Samenwerkende instellingen die in dezelfde ronde een aanvraag indienen kunnen besluiten om een gezamenlijke tekst op te stellen voor de beschrijving van hun samenwerking (zij dienen dan beide dezelfde oplegger/paragraaf in bij hun aanvraag).

Onze onderwijsinstelling is van plan te gaan fuseren met een andere onderwijsinstelling. Kan ik dan toch subsidie aanvragen?

Als een instelling vooraf weet dat hij tijdens het proces van de aanvraag gaat fuseren zijn er eigenlijk twee opties:
1. Fuseert de instelling met een andere instelling, (tamelijk) in het begin van de periode van de subsidie, waarin er dus nog veel gedaan moet gaan worden aan het CTL: dan is het verstandiger om nog even te wachten met de aanvraag. Het is dan namelijk niet goed uitlegbaar dat het CTL specifiek voor de huidige (en straks ‘oude’) instelling wordt opgericht en dat (daarmee) de subsidie specifiek voor de huidige (en straks ‘oude’) instelling wordt aangewend. We adviseren daarom sterk om in dat stadium niet aan te vragen.
2. Fuseert de instelling met een andere instelling, (tamelijk) aan het einde van de periode van de subsidie, waarin de meeste activiteiten voor het CTL al verricht zijn: dan kan de subsidie in principe goed verantwoord worden als besteding aan deze specifieke instelling en kan de aanvraag daarom nog wel gedaan worden. Let daarbij op dat in de verantwoording wel nog duidelijk aandacht besteed moet worden aan het onderdeel verduurzaming van de (bijna) opgezette CTL in de nieuwe context.

Onze onderwijsinstelling bestaat uit meerdere onderwijssectoren (bijvoorbeeld vmbo-mbo, of mbo-hbo). Hoe werkt dat?

In het geval van een combinatie-instelling geldt het volgende:
Een onderwijsinstelling die een aanvraag doet voor de CTL-subsidie moet formeel een publiek bekostigde instelling zijn in het mbo, hbo, of wo. We kijken dan naar de juridische entiteit van de instelling (definitie van een onderwijsinstelling #1), het betreft de onderwijsinstelling die in RIO terug te vinden is en die lumpsum toekenningen krijgt vanuit OCW onder een specifiek registratienummer.
De voor studenten en medewerkers bekende onderwijsinstelling (definitie van een onderwijsinstelling #2) kan bestaan uit meerdere van deze onderwijsinstellingen, die gezamenlijk bekend zijn onder één naam, en/of die samen locaties en/of een bestuur delen.

De subsidieregeling voor CTLs wordt opgezet vanuit het perspectief van het mbo, hbo en wo. Dit zijn ook de verantwoordingskaders van Npuls. De aanvraag zal dus gedaan moeten worden door een mbo-,hbo- of wo-instellingen (volgens definitie #1). Ook is het zo dat de subsidieaanvraag (dat wil zeggen de projecten, activiteiten en resultaten) zich officieel moet richten op het mbo, hbo en/of wo.
Tegelijkertijd kan het project in de bredere onderwijsinstelling (definitie #2) wel inclusief worden ingezet. Want het CTL wordt verwacht instellingsbreed te werken. Dat kan dus betekenen dat de organisatie het weliswaar ontwikkeld vanuit een mbo-, hbo-, en/of wo-deel, maar dat de gehele organisatie eraan bij kan dragen en gebruik van kan maken. Ook stelt de definitie van samenwerking in de subsidieregeling geen voorwaarden aan het ‘inclusieveren’ van andere onderwijsinstellingen, ook als deze niet uit de sectoren mbo, hbo, wo komen of zelf geen aanvraag doen; dit kan dus bijvoorbeeld ook een vmbo-poot betreffen.
Dit geldt ook voor het begrip ‘docenten’: alle docenten van de brede onderwijsinstelling kunnen, via de interne samenwerking, gebruik maken van wat er ontwikkeld is in/door het CTL.

Kortom: in de subsidieaanvraag en het bijpassende project richt je je volledig op het mbo, hbo en/of wo. Maar tegelijkertijd kun je parallel of achtereenvolgens wel andere sectoren ‘in huis’ gebruik laten maken van wat er wordt gedaan.
Dit alles past bij de doelstelling van Npuls om opgedane landelijke kennis en de ontwikkelde voorzieningen voor de instelling beschikbaar te maken, op een manier die past bij de eigen context van de onderwijsinstelling. En de eigen context is in dit geval een combinatie-instelling.

Onderwijs bewegen