Onderwijsinstellingen gebruiken in toenemende mate studiedata en AI om onderwijs te verbeteren. Dit biedt kansen, maar brengt ook ethische en juridische uitdagingen met zich mee. Het Referentiekader 2.0 biedt handvatten om deze technologieën verantwoord toe te passen. Het ondersteunt onderwijsprofessionals bij het maken van keuzes waarin waarden, wetgeving en verantwoordelijkheden samenkomen.
Wat
Handreiking voor het verantwoord inzetten van studiedata en AI in het vervolgonderwijs
Voor wie?
Voor professionals in het mbo, hbo en wo die werken met studiedata en AI, zoals beleidsmedewerkers, docenten, informatiemanagers en ICT-coördinatoren. Ook relevant voor bestuurders en juristen binnen onderwijsinstellingen.
Type kennisproduct
Handreiking
Samenvatting
Het Referentiekader 2.0 biedt duidelijke richtlijnen voor het verantwoord gebruik van studiedata en AI in het onderwijs. Centraal staat de vraag hoe instellingen deze technologieën kunnen benutten met oog voor publieke waarden, zoals rechtvaardigheid, menselijkheid en autonomie. Het kader helpt om risico’s te identificeren en af te wegen, en reikt concrete stappen aan om te starten, zoals het opstellen van een businesscase en het betrekken van belanghebbenden.
Daarnaast belicht het kader de juridische kaders, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Europese AI Act. Het legt uit wanneer een instelling als aanbieder of gebruiker van AI-systemen wordt gezien en welke verplichtingen daarbij horen.
Het referentiekader benadrukt het belang van heldere verantwoordelijkheden binnen de instelling en pleit voor een dynamische aanpak waarbij het gesprek over waarden en wetgeving voortdurend gevoerd wordt. Het biedt daarmee geen eindpunt, maar een levend document dat meebeweegt met de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Bekijk hieronder de infographic: een handig overzicht van het referentiekader.