
In april vond de derde reeks regionale CTL bijeenkomsten plaats. Bij Windesheim, Mindlabs, InHolland en in Domstad Utrecht kwamen instellingen bij elkaar om in gesprek te gaan over de rol van platforms en tools bij het (door)ontwikkelen van een CTL. In dit blog vertelt Rozemarijn Capiau, onderzoeker bij Hogeschool Utrecht en Universiteit Twente, én kersvers lid van het Npuls CTL team, over de inhoud van de dag.
Behoefte aan samenhang en samenwerking
“Iedereen is eigenlijk zijn eigen wiel aan het uitvinden.” Zo stelde een van de deelnemers in het gesprek in deze bijeenkomst. Een ander benoemde: “Er zijn veel verschillende doelen, veel verschillende doelgroepen, en dus verschillende manieren waarop platforms zouden moeten worden ingericht en gebruikt.”
Deze uitspraken schetsen de veelheid aan praktijken binnen de instellingen. Er wordt ontzettend veel geëxperimenteerd en opgebouwd, zowel succesverhalen als minder effectieve initiatieven. Toch lijkt het op veel plekken te ontbreken aan samenhang en samenwerking als het gaat om de inzet en doorontwikkeling van platforms. Voor veel van de instellingen een belangrijk reden om aanwezig te zijn bij deze editie van de regionale CTL bijeenkomsten.

Een CTL brengt innovatie samen
Nynke Kruiderink, adviseur en projectleider CTL’s bij Npuls, start de bijeenkomst om die reden met een toelichting op de rol en functies van een CTL, en het gebruiken van platforms daarbinnen. Een CTL is niet het begin van innovatie in een onderwijsinstelling, maar brengt juist bestaande initiatieven, kennis en ervaring samen. Én versterkt deze. Om het gesprek focus te geven namen we een aantal modellen door.
Leermodel
Het 70:20:10 leermodel van Charles Jennings gaat ervan uit dat professionals het meeste leren door te werken (70%), deels door samen te werken en kennis te delen (20%) en maar een klein deel door formele kennisbronnen en trainingsactiviteiten (10%). Belangrijke inzichten om mee te nemen bij het opzetten van een CTL, en het ontwerpen van platforms en tools voor leren.
Leren door interactie
Ook het SECI model (Nonaka & Takeuchi) voor kennisuitwisseling wordt besproken. Belangrijk inzicht hieruit is dat leren voornamelijk plaatsvindt in interactie. Leren doen we samen en door actief met kennis bezig te zijn. Niet door rapporten op een website te zetten. Op welke manier kunnen platforms hierbij ondersteunen? Op welke manier doen we dit al? En welke plek kan een CTL hierin hebben?
Inzet AI voor leeractiviteiten
Goed om deze modellen in het achterhoofd te houden bij het volgende onderwerp: AI. Want hoe zet je vanuit een CTL AI effectief in voor leeractiviteiten, en welke mate van digitale soevereiniteit hebben de instellingen? Een aantal deelnemers deelt hoe het er in hun instelling voor staat. Dit leidt tot een gesprek over het belang van digitale geletterdheid en gedragsverandering van mensen die met platforms moeten werken. Je kan digitaal alles wel ontwikkelen, maar uiteindelijk moeten mensen het gaan gebruiken. Dat vraagt vaak een verandering van gedrag en cultuur.
Ideaalbeeld van platforms
In verschillende groepen gaan de deelnemers vervolgens met elkaar in gesprek over hun ideaalbeelden over platforms. Het zijn rijke gesprekken, waarin wordt gedroomd over een gemeenschappelijke kennisbasis voor alle instellingen. Waar iedereen gebruik van kan maken, maar wel zijn eigen kleur aan kan geven. Een platform dat helpt om kennis te ontsluiten voor docenten, maar ook transparant is over de herkomst en kwaliteit van de informatie. En vooral: niet weer een extra nieuwe tool (“er is al zo veel!”), maar een platform dat bestaande initiatieven kan combineren en toegankelijker maakt.

Een basis voor verbinding
In de gezamenlijke afsluiting worden onderling al concrete afspraken gemaakt om ervaringen en tools te delen. Mooi om te zien! Bestaande modules over AI in onderwijs kunnen toegankelijk worden gemaakt, en ideeën voor hackatons en het ontwikkelen van basismodules rond AI geletterdheid worden verkend.
Om ervoor te zorgen dat niet iedereen meer hetzelfde wiel hoeft uit te vinden, wordt er ook vanuit Npuls hard doorgewerkt. De gesprekken tijdens de regionale bijeenkomsten hebben ertoe geleid dat er nog voor de zomer een vervolgbijeenkomst zal zijn met als onderwerp ‘vindbaarheid van kennis’.
Er wordt volop gepionierd
Naast de inhoudelijke meerwaarde van de gesprekken, vond ik het mooiste om te horen hoeveel er al wordt gepionierd binnen de verschillende instellingen. We zijn echt de goede kant op aan het bewegen! Het inzicht dat we daarin elkaar verder kunnen helpen en we samen sterker staan dan alleen klinkt misschien als een inkoppertje, maar blijkt nog lang niet vanzelfsprekend. Ik heb zin om komende periode een bijdrage leveren aan het versterken van die verbindingen!
Rozemarijn Capiau, Adviseur CTL’s bij Npuls
