Hoe ziet het programma eruit?

Het programma bestaat uit een ict-infrastructuur, een kennisinfrastructuur met daarin Centers for Teaching & Learning, en transformatiehubs en pilothubs. Een belangrijke rol is weggelegd voor deze transformatiehubs, die concreet gaan werken aan het ontwikkelen van nieuwe concepten, producten en kennis. Een transformatiehub is een gemeenschap van docenten, lerenden, onderzoekers, werknemers, werkgevers en leveranciers die zich met een van een specifiek thema bezighouden. Samen lossen ze complexe vraagstukken in de onderwijspraktijk op. In de infrastructuren wordt gewerkt aan het borgen en delen van die nieuwe inzichten en ontwikkelingen.

Transformatiehubs

Wat is een transformatiehub?

Een transformatiehub is een gemeenschap van docenten, lerenden, onderzoekers, werknemers, werkgevers en leveranciers die zich met een van de thema’s uit het programma bezighouden. Samen lossen ze complexe vraagstukken in de onderwijspraktijk op.

Wat gebeurt er in een transformatiehub?

In de transformatiehubs werken docenten, lerenden, onderzoekers, werknemers, werkgevers en leveranciers samen aan complexe vraagstukken. Zij zijn de koplopers rondom een thema. Ze organiseren experimenten, gericht op het oplossen van knelpunten en het realiseren van ambities. De experimenten vinden plaats in de onderwijspraktijk van deelnemende instellingen, en soms ook in de praktijk van werkgevers. De transformatiehubs schrijven calls uit om bij te dragen aan de experimenten.
De transformatiehubs leveren niet alleen kennis op, maar ook eisen voor nieuwe ict-voorzieningen. Ze geven antwoord op de vraag “wat is er nodig om dit experiment op grotere schaal te laten slagen?” Wat werkt, wordt doorontwikkeld en beheerd in de kennisinfrastructuur en de ict-infrastructuur. Zo komen de resultaten beschikbaar voor alle onderwijsinstellingen.

Over welke thema’s gaan de transformatiehubs?

We beginnen met de thema’s Wendbaar en efficiënt georganiseerd onderwijs en Digitale leermaterialen. Later starten transformatiehubs met andere thema’s, zoals Studiedata en AI.

Waarom zijn deze thema’s gekozen?

Op de thema’s Wendbaar en efficiënt georganiseerd onderwijs en Digitale leermaterialen vindt al veel samenwerking plaats in de sectoren. We zijn al behoorlijk ver met het uitdenken en organiseren van wat er nodig is op deze thema’s. Door met deze onderwerpen te beginnen, kunnen we snel tempo maken.

Wat zijn de doelstellingen van de transformatiehub ‘Wendbaar en efficiënt georganiseerd onderwijs’?

Lerenden (16-99 jaar) kunnen kiezen uit het onderwijsaanbod van alle onderwijsinstellingen. Inschrijven gaat gemakkelijk, en alle studieresultaten zijn op één plek te vinden. Het onderwijs is actueel, omdat het aansluit op de vraag van arbeidsmarkt en samenleving.

Waar werkt de transformatiehub ‘Wendbaar en efficiënt georganiseerd onderwijs’ concreet aan?

Deze transformatiehub ontwikkelt onder meer een eduID, het platform eduXchange en een afsprakensysteem voor microcredentials.

Wat is een eduID?
Een eduID is te vergelijken met een DigID voor onderwijs. De transformatiehub werkt aan één digitale identiteit voor lerenden, waarmee ze bijvoorbeeld aan meerdere instellingen tegelijk onderwijs kunnen volgen, of naast hun werk een opleiding volgen.

Wat is eduXchange?
eduXchange is een platform waarop je kunt zien welk onderwijsaanbod van verschillende instellingen jij kunt volgen. Op het platform kun je je inschrijven voor onderwijsaanbod met een EduID. De transformatiehub ontwikkelt het platform door.

Wat zijn microcredentials?
Microcredentials zijn een erkend bewijs van behaalde leerresultaten voor een stukje onderwijs. De transformatiehub werkt aan een duurzame inzet van microcredentials in het Europese onderwijs.

In het najaar van 2022 worden preciezere projectplannen vastgelegd.

Wat zijn de doelstellingen van de transformatiehub ‘Digitale leermaterialen’?

Via één platform betere en overzichtelijker toegang tot leermaterialen voor alle lerenden. Dat betekent ook het maken van betere afspraken over het gebruik en de toegang tot leermaterialen tussen uitgevers, bibliotheken en de onderwijsinstellingen. Ook willen we het ontwikkelen, delen en gebruiken van open leermaterialen door docenten beter ondersteunen en stimuleren.

Waar werkt de transformatiehub ‘Digitale leermaterialen’ concreet aan?

Deze transformatiehub maakt afspraken met uitgevers en bibliotheken over het beschrijven en beschikbaar stellen van leermaterialen. Ook wordt edusources.nl verder ontwikkeld, zodat alle digitale leermaterialen via dit platform te vinden zijn.

Zijn dit de enige transformatiehubs?

Nee, we starten met deze thema’s en treffen tegelijk voorbereidingen voor vier andere transformatiehubs. Die beginnen twee jaar later. In de planning staan de thema’s Studiedata en AINieuwe TechnologieënPubliek-Private Samenwerking en Docentondersteuning. Op basis van de voorbereidingen wordt besloten of deze transformatiehubs kansrijk genoeg zijn. We gaan er alleen mee van start als alle sectoren (mbo, hbo en wo) meedoen.

Waar bevinden de transformatiehubs zich?

De transformatiehubs zijn gemeenschappen die online en fysiek bijeenkomen op verschillende plaatsen in Nederland.

Sectorale ict-infrastructuur

Wat is de sectorale ict-infrastructuur?

De sectorale ict-infrastructuur dient als een wegennet voor alle ict-voorzieningen die lerenden en docenten nodig hebben. De infrastructuur zorgt ervoor dat de ict-voorzieningen op elkaar aansluiten. Dat maakt samenwerking mogelijk, met elkaar en met de arbeidsmarkt en samenleving. We maken nationale afspraken, bijvoorbeeld over de manier waarop onderwijsgegevens worden opgeslagen en uitgewisseld. Onder de ict-infrastructuur vallen ook nieuwe ict-voorzieningen die nodig zijn om de programmaplannen te realiseren. Voor een deel ontwikkelen we ze zelf; andere kopen we gezamenlijk in of ontwikkelen we samen met de markt.

Wie zorgt er voor de sectorale ict-infrastructuur?

SURF organiseert en beheert de sectorale ict-infrastructuur, ook na afloop van het programma.

Waar is een sectorale ict-infrastructuur voor nodig?

  • ict-voorzieningen zijn kostbaar en expertise is schaars. Door ze te delen, beschikt iedereen over meer voorzieningen.
  • De sectorale ict-infrastructuur maakt digitalisering van het onderwijs veiliger. De onderwijsinstellingen spreken af aan welke voorwaarden de ict-voorzieningen moeten voldoen, onder meer op het gebied van informatiebeveiliging.
  • Gegevens zijn makkelijk uit te wisselen. Dat levert meer gemak op voor lerenden, want de administratie wordt vereenvoudigd.
  • De sectorale ict-infrastructuur beschermt de privacy van lerenden en medewerkers van onderwijsinstellingen. Alle gemaakte afspraken moeten passen bij de publieke waarden van en voor het onderwijs.
  • Doordat we samen onderdelen inkopen, zijn ze goedkoper en sneller beschikbaar. Ook het beheer is beter en goedkoper georganiseerd.
  • Door samen afspraken te maken is het onderwijs minder afhankelijk van grote techbedrijven.

Waar wordt de sectorale ict-infrastructuur gebouwd?

Voor enkele onderdelen is dit al besloten, voor veel andere onderdelen nog niet. Experts van onder meer SURF en de onderwijsinstellingen bepalen wat er nodig is. Een deel wordt ontwikkeld bij SURF of door andere partners zoals Studielink, een deel bij de onderwijsinstellingen en deel met/bij de ict-leveranciers.

Gedeelde kennisinfrastructuur

Wat is een gedeelde kennisinfrastructuur?

Een gedeelde kennisinfrastructuur is een manier om bestaande en nieuwe kennis over onderwijsinnovatie te delen zodat docenten er echt iets aan hebben. Deze kennisinfrastructuur bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Eén vindplaats waar kennisbronnen ontsloten worden. Om meer bruikbare kennis te creëren worden er calls uitgezet voor langdurig wetenschappelijk onderzoek.
  • Netwerken waarin kennisuitwisseling maar ook vaak kenniscreatie plaatsvindt. Met de kennisinfrastructuur zorgen we ook dat bestaande en nieuwe kennisnetwerken elkaar goed kunnen vinden. Daardoor wordt er meer kennis uitgewisseld over wat werkt. Binnen de transformatiehubs vindt wetenschappelijk en praktijkonderzoek plaats naar experimenten met onderwijsvernieuwing. Die kennis vertalen we naar praktische handleidingen voor docenten.
  • Centers for Teaching & Learning. Onderaan deze pagina lees je hier meer over.

Waar is een gedeelde kennisinfrastructuur voor nodig?

Er is nog niet genoeg kennis over wat werkt op het gebied van digitalisering in het onderwijs. De kennis die er is, is niet altijd vindbaar en bruikbaar voor docenten. Met de gedeelde kennisinfrastructuur willen we de hoeveelheid kennis vergroten en vooral ook zorgen dat iedereen weet waar die te vinden is. Kennis gaat pas leven als het wordt uitgewisseld en geduid door mensen in de praktijk. Daarom investeren we flink in kennisnetwerken en bijeenkomsten.

Waar is de gedeelde kennisinfrastructuur te vinden?

Daarover zijn we in gesprek met alle betrokken partijen. Veel kennis zal te vinden zijn op kennisplatform onderwijskennis.nl. De kennisinfrastructuur vind je ook in je eigen onderwijsinstelling, in de Centers for Teaching & Learning. Die zorgen dat alle kennis die landelijk wordt ontwikkeld, in je eigen instelling beschikbaar is.

Centers for Teaching & Learning

Wat is een Center for Teaching & Learning?

In een Center for Teaching & Learning kunnen docenten(teams) terecht voor advies en training over het vernieuwen van hun onderwijs. Alle onderwijsinstellingen richten er een in. Omdat elke onderwijsinstelling anders is, ziet ieder Center for Teaching & Learning er anders uit. In het Center for Teaching & Learning van jouw instelling vind je alle kennis en voorzieningen uit het landelijke programma. De Centers staan onderling in contact.

Waar zijn Centers for Teaching & Learning voor nodig?

We kunnen nóg zoveel kennis en voorzieningen ontwikkelen, maar het heeft geen zin als het niet bij docenten en lerenden terechtkomt op een manier waar zij er iets mee kunnen. Daarom richt iedere onderwijsinstelling een eigen Center for Teaching & Learning in. Hier worden ‘algemene inzichten’ met en voor docenten toegepast in de eigen praktijk.

Waar zijn de Centers for Teaching & Learning te vinden?

Uiteindelijk krijgen alle mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten van Nederland een Center for Teaching & Learning. Onderwijsinstellingen bepalen zelf wanneer, waar en hoe ze een Center for Teaching & Learning inrichten.

Wij hebben al een Center for Teaching & Learning, al heet het bij ons anders. Moeten we er nou nog een opzetten?

Nee, dat hoeft niet. Je onderwijsinstelling kan wel geld aanvragen voor uitbreiding of versterking van het bestaande Center for Teaching & Learning.